We leren onze kinderen om alsjeblieft en ‘dank je wel’ te zeggen, maar hoe zit het met onze eigen dankbaarheid?
In Lucas 17 staat een verhaal van tien mannen met melaatsheid die naar Jezus kwamen en Hem vroegen om genade met hen te hebben en hen te genezen. Ik kan me voorstellen dat deze mannen vreselijk hadden geleden en dat, toen ze over Jezus hoorden, wanhopig waren om te zien of de Zoon des Mensen hen kon helpen.
Jezus zei dat ze heen moesten gaan en zich aan de priester moesten laten zien, terwijl ze onderweg werden genezen van hun kwalen. Stel je de opluchting eens voor! Jaren van lijden werden in een oogwenk genezen. Hun vreugde moet overweldigend zijn geweest.
Het trieste deel van het verhaal is echter dat slechts één van de mannen die aan melaatsheid hadden geleden, terugkwam om Jezus te bedanken en God te eren.
Jezus zei: “Zijn er niet tien gereinigd? Waar zijn de negen? Is er niemand teruggekeerd om God eer te geven, behalve deze vreemdeling?” Lucas 17:17-18De enige man die was teruggekeerd en met zijn gezicht voor Jezus’ voeten neerviel, was een Samaritaan die werd beschouwd als een vreemdeling onder hen, maar hij was de enige die terugkwam om God te danken voor zijn genezing.
Dit zette me aan het denken over dankbaarheid.
Misschien was er een tijd dat u vurig aan het bidden was voor iets waar u erg naar verlangde en toen u eindelijk antwoord op het gebed ontving, begon u datgene waarnaar u zocht, met onverschilligheid te behandelen.
Misschien was het een huis, echtgenoot, een kind of een geliefde die gered moest worden.
Als mensen kunnen we soms wispelturig zijn en ons gedragen als de negen melaatsen die niet terugkwamen om Jezus te bedanken en God te eren.
Ik bid dat we een volk zullen zijn – of in ieder geval worden – dat God zal danken voor hetgeen Hij voor ons doet.
Psalm 103: 1-4 zegt dit: “Laat alles wat ik ben de Heer prijzen; met heel mijn hart zal ik Zijn heilige naam prijzen. Laat alles wat ik ben de Heer prijzen; mag ik nooit de goede dingen vergeten die Hij voor mij doet. Hij vergeeft al mijn zonden en geneest al mijn ziekten. Hij verlost me van de dood en kroont mij met liefde en tedere barmhartigheden.
“Ik vind het geweldig dat deze tekst ons aanmoedigt om nooit de goede dingen te vergeten die God voor ons doet.
Ik zou ons allemaal willen aanmoedigen om misschien een soort dankbaarheidsdagboek bij te houden, een lijst met herinneringen en ervaringen die we met God hebben gehad waarin we hebben gebeden en God geantwoord heeft.
Mogen we nooit ongevoelig worden voor de goedheid van God dat we vergeten terug te keren en God te danken voor Zijn wonderbaarlijke voorziening.